Bewegend lezen
Kerstbal spel
- 12 kerstballen met woordjes uit kern start. (leesmethode Veilig Leren Lezen Kim versie) een oplossingenblad met 12 kerstballen met een woordje in.
Print en knip de kerstballen en lamineer telkens een blaadje met een woord achter een blaadje met een kerstbal (2 blaadjes achter elkaar).
Kopieer het antwoordblad evenveel keer als het aantal leerlingen.
Verspreid de kerstballen over de speelplaats, gang, klas.
De kinderen zoeken een kerstbal, ze kijken welk woord er verstopt zit achter de kerstbal en kleuren dan de kerstbal met dat woord op hun antwoordblad.
Zonnetjes-lees-spel
- 2 versies met telkens 16 zonnetjes en een antwoordblad (niveau eerste leerjaar/groep 3 VLL kern 3 en AapZeeKoe tot en met 'TAS'
Print en knip de versie die je wil gebruiken. Verspreid de zonnetjes over de speelplaats. De kinderen zoeken een zonnetje, kijken naar het cijfer, lezen het woordrijtje op hun blad dat bij dat cijfer hoort, kijken dan welk woord er verstopt zit achter de zon en omcirkelen dat woord op hun antwoordblad.
Leuk bewegend leren spel waarbij de kinderen veel lezen en heel gemotiveerd zijn om het verstopte woord te vinden.
Herfst blaadjesspel
- 11 pagina's met blaadjes met woorden (3 verschillende niveaus)
- 11 pagina's met een boom met woorden, overeenkomstig met de woorden op de blaadjes
Print en knip de pagina's met de blaadjes en de pagina's met de overeenkomstige bomen op het niveau dat je wil gebruiken. Je legt de blaadjes in enkele bakken met herfstvruchten, je kleeft de bomen op emmertjes of potten. De kinderen kiezen een blaadje en gaan dan op zoek van welke boom dit blaadje is gevallen, als ze de juiste boom gevonden hebben, leggen ze het blaadje in de emmer/pot waar deze boom ophangt.
al spelend en bewegend oefen je zo op lezen.
Tekenopdrachtjes: lente
- 20 tekenopdrachtjes (vnl niveau 1ste leerjaar/groep 3)
Verdeel de klas in groepjes of duo's, verstop de opdrachtjes in plastic eitjes of hang ze op op de speelplaats. Geef elke groep/duo een wit A3 blad en laat ze op zoek gaan naar de opdrachten.
Lezen en begrijpend lezen op een spelende en bewegende manier!
Hartjesspel:
- 4 versies van het hartjesspel (elke versie heeft een blad met hartjes voor de leerlingen en een versie met een tabel met hartjes om te knippen en op te hangen)
- Er zijn 4 versies: de eerste versie is met lieve woordjes, die deden we bij de oudste kleuters (vnl visueel vergelijken van woorden), de tweede versie bij de beginnende lezers (kern start VLL Kim versie), de derde versie voor kinderen die al iets verder zitten (kern 2 VLL Kim versie) - de 4de versie is een blanco versie waar je zelf woordjes in kan plaatsen volgens het niveau van jouw groep.
Hang de hartjes met verschillende aan een touwtje op verspreid op de speelplaats, zorg dat je de hartjes verdeelt over minstens evenveel touwtjes als leerlingen. -> Geef elk kind een hartjesblad met woordjes en een lijmstift. -> Dan gaan de kinderen op zoek naar de hartjes, ze trekken er 1 hartje af en lopen naar hun hartjesblad, ze lezen het woord en zoeken het woord op hun blad, dan kleven ze het hartje bovenop het voorbeeld hartje met hetzelfde woord.
Maak een goede zin:
- 2x 10 kaarten om op te hangen met hartjes met woorden in.
- 2x 1 antwoordblad om de 10 zinnen op te schrijven.
- een blad met 'deze zin schrijft de juf voor mij' bonnen.
- Er zijn 2 versies op 2 verschillende niveaus: de eerste is iets gemakkelijker dan de 2de, bij de 2de versie vormen de zinnen een kort verhaaltje.
Geef elk kind een antwoordblad en laat ze op zoek gaan naar de kaarten met de zinnen. Ze lezen de woorden en plaatsen ze in de goede volgorde, dan schrijven ze de goede zin op op het antwoordblad bij de juiste nummer.
Bij de 2de versie vormen de zinnen een kort verhaaltje, de kinderen kunnen na het schrijven van de zinnen proberen om de zinnen in een goede volgorde te plaatsen zodat het verhaaltje klopt.
Actief leesspel dat oefent op het vormen van correcte zinnen.
Werkwoordspelling DEEL1: tt gemakkelijk:
- 10 kaartjes om op te hangen met daarop een werkwoord in de infinitief en een zin waarin het werkwoord moet vervoegd worden.
- een antwoordblad: de antwoorden worden ingevuld in een kruiswoordraadsel.
Hang de 10 kaartjes verspreid op op de speelplaats. en geef elk kind een antwoordblad. -> Wanneer de kinderen de 10 werkwoorden juist ingevuld hebben, vinden ze verticaal in het kruiswoordraadsel 'de oplossing'.
Actief spel om de werkwoordspelling te oefenen.
Wie is de dief?
- 20 kaartjes met zinnetjes om op te hangen
- een oplossingenblad
Hang 16 kaartjes verspreid op op de speelplaats of in het lokaal -> als een kind een kaartje vindt, leest het het zinnetje -> dan doorstreept het dat zinnetje op zijn oplossingenblad -> van elke categorie blijft er op het einde 1 zinnetje over -> dat is de oplossing!
Actief leesspel op 2 verschillende niveaus (gemakkelijk: eind eerste en 2de leerjaar/ moeilijker: 3de-4de leerjaar)
Sneeuwbalspel:
- 16 woordkaarten
- 96 letters (per 4 op een blad) om de sneeuwballen van te maken
Alle kinderen krijgen een woordkaart, dan mogen ze een sneeuwbal nemen, staat er een letter op die op hun woordkaart staat, mogen ze de letter houden. Als de letter er niet op staat, maken ze weer een 'sneeuwbal' van de letter en gooien ze die weer weg. Wanneer een kind alle letters gevonden heeft, legt hij/zij de letters in de juiste volgorde.
Cirkelspel 1:
- 10 woordkaartjes (nog kopiëren en knippen volgens het aantal kinderen, als je het meer dan 1x wil spelen kan je ze ook lamineren)
- 10 opdrachten welk kaartje in welke cirkel moet gelegd worden bv leg het kaartje met vis in de 3de cirkel
- 10 bewegingsopdrachtjes bv spring met 2 voeten naar de cirkel met een dier dat kan zwemmen
Elk kind tekent met krijt 10 cirkels na elkaar op de grond -> dan krijgt elk kind 10 kaartjes met telkens 1 woord op -> we geven opdrachten welk kaartje in welke cirkel moet gelegd worden bv leg het kaartje met vis in de 3de cirkel (dus lezen en tellen tegelijk) -> als alle kaartjes op de juiste plaats liggen, geven we bewegingsopdrachtjes, bv spring met 2 voeten naar de cirkel met een dier dat kan zwemmen (hier komt ook 'begrijpend' lezen aan bod)
Actief leesspel voor beginnende lezers
Dobbel-ren -lees spel:
- 11 genummerde opdrachtkaarten van 2 tot en met 12
De kinderen dobbelen om de beurt met 2 dobbelstenen. (ze werpen dus een getal van 2 tot 12) -> ze lopen naar het blad met het cijfer op dat ze gedobbeld hebben. -> ze lezen de opdracht bij dat cijfer en voeren deze uit. -> dan lopen ze terug naar de dobbelstenen en dobbelen ze opnieuw.
Bingospel: (eind eerste leerjaar/groep 3)
- 10 bingokaarten met telkens 12 verschillende woorden
- 24 woordkaarten
Hang de 24 woordkaarten verspreid op in de klas/gang of buiten op de speelplaats/in de speeltuin... -> Geef elk kind een bingokaart. -> Elk kind gaat op zoek naar de woorden op zijn/haar bingo-kaart, wanneer het kind een woordkaart vindt en leest en dan het woord op zijn/haar bingokaart vindt, mag het het woord doorstrepen.
-> bijkomende opdracht: het kind mag dan het woord opschrijven, indien op de speelplaats kan je de kinderen met krijt op de grond laten schrijven, indien je het binnen speelt kan je een blad leggen op de bank van elk kind waar ze het woord moeten opschrijven.
Kerstboomspel:
- 36 kerstbomen met een woordje (+ 4 lege kerstbomen)
- 36 kerstballen met een prentje (deze prentjes komen overeen met de woorden in de kerstbomen) (+ 6 lege kerstballen)
Hang de kerstbomen verspreid op op de speelplaats, in het lokaal. Geef elk kind een kerstbal met een prent en laat ze op zoek gaan naar de kerstboom met het bijpassende woordje
Actief leesspel voor beginnende lezers
Herfst Kleurplaat:
- 2x 18 opdrachtjes (pompoenen: moeilijker leesniveau; appeltjes: beginnend leesniveau met prentjes ter verduidelijking van de moeilijkere woorden)
Verstop de opdrachtjes in een bak (of meerdere bakken) met herfstvruchten, laat de kinderen om een opdrachtkaartje lopen, dan lopen ze naar hun eigen kleurplaat, voeren het opdrachtje uit en brengen het kaartje terug naar de bak. Dan kiezen ze een nieuw kaartje en begint het weer opnieuw.
Spel waar weinig uitleg bij nodig is en de kinderen actief bezig zijn met lezen en begrijpend lezen.
Boerderij dieren zoekspel
- 36 kaartjes met een dier en een plaats waar dat dier zich bevindt bv De blauwe koe is onder de stoel
Geef elk kind een kaartje, het kind gaat dan op zoek naar het dier, als hij/zij het dier gevonden heeft, brengt hij het dier mee en krijgt hij/zij een nieuw kaartje. - gemaakt om te spelen met de boerderij sorteerdieren (paard, koe, eend, varken, schaap en konijn in 6 kleuren)